Sloop en bouw kunnen in de uitvoeringsfase van infrastructuur veel overlast veroorzaken. Het is dan de vraag hoe rechtvaardig omgegaan kan worden met voortdurend lawaai en trillingen. Bij de A9 Gaasperdammerweg zette omgevingsmanager Lammert Postma vanaf het begin in op een plus voor de omgeving. Wat leverde zijn aanpak op voor de buren van de weg?
De A9 Gaasperdammerweg is onderdeel van de weguitbreiding Schiphol, Amsterdam, Almere (SAA). Een stadswijk met 177 nationaliteiten. Maar toen omgevingsmanager Lammert Postma voor het eerst in een zaaltje in Amsterdam Zuidoost stond viel het hem meteen op: hier zaten dezelfde ‘witte oudere mensen’ als bij andere projecten. ‘Dit moet écht anders’ besefte hij. Zijn opdracht was namelijk om bewoners en belanghebbenden door de pijn van de overlast te loodsen. Met veel energie wist hij de buren te bereiken én ook voordelen voor hen uit het project te halen.
Een van de eerste acties van Lammert was om via de lokale radiozender Salto Radio te vertellen over het project. De radiozender trekt veel luisteraars met een Surinaamse en Caraïbische achtergrond. ‘We vertelden wat we gingen doen. En wat dat voor hen betekende. Dat werkte, want toen we kort daarna meededen aan de Dag van de Bouw zagen we naast de witte pensionado’s, een veel bredere groep bewoners uit de wijk. Dat gaf ons de bevestiging dat we op de radio de buren van de weg konden bereiken.’
Vervolgens gaf Lammert in de buurt een gezicht aan Rijkswaterstaat. Onder de noemer ‘Buurbouw’ kwamen er laagdrempelige acties voor doorsnee bewoners tijdens de bouw. ‘Kinderen glommen van trots bij de starthandeling die zij eerder hadden bedacht. En op de Koningsspelen organiseerden we spijkerpoepen met een echte kraanwagen. En start-up restaurantjes uit de buurt verzorgden de hapjes bij activiteiten.’ somt Lammert op. Ook investeerde Rijkswaterstaat in mensen. Zo organiseerde het omgevingsteam een weekendschool en gastlessen voor scholieren in de Bijlmer. Ondertussen gaven 2 bewoners uit de wijk in totaal 450 rondleidingen om uit te leggen wat er op de bouw gebeurde.’
Maar hinder was er ook. De goede contacten in de buurt namen dat niet weg. ‘Over de werkzaamheden hebben we open en eerlijk gecommuniceerd. Lange tijd lag er een immens grondlichaam met puin van de A9 in de wijk. Geluid en trillingen vroegen echt veel van bewoners.’ Een teer punt was volgens Lammert ook dat mensen die de meeste hinder hadden zelf weinig belang hadden bij de snelweg. ‘Het ‘Brasapark’ (omhelzing) dat we bovenop de tunnel hebben aangelegd, is daarom een extraatje voor bewoners, net als de ‘urban farming’ waar bewoners zelf hun groenten kunnen telen. Het thema voedsel leeft hier namelijk.’
Voor de periodes met de grootste hinder waren er oplossingen op maat. ‘Bewoners die het dichtstbij woonden konden als de herrie boven een bepaald aantal decibel uitkwam, tijdelijk in een hotel naar keuze. Ook kwamen bewoners in aanmerking voor speciaal aangemeten oordopjes en dempende koptelefoons. Een week voor de overlast gingen we nog bij iedereen aanbellen om te vragen of ze goed voorbereid waren en of er nog problemen waren.’ Daarbij was volgens Lammert ook aandacht voor mogelijke trauma’s bij vluchtelingen of vanuit de Bijlmerramp.
Tóch waren er groepen die in de knel kwamen. Lammert: ‘We hoorden veel zorgen van ouders, die bang waren dat hun kinderen zich niet konden concentreren voor hun examens. Als omgevingsteam bedachten we hóe mooi het zou zijn als de kinderen het examen niet óndanks, maar juist dánkzij het project konden halen. Daarom kregen 150 leerlingen in de bibliotheek examentraining op onze kosten. En iedereen slaagde!’
Het instrument mer kan volgens hem soms nog extra’s opleveren in het omgevingsproces. ‘Een kans doet zich bijvoorbeeld voor bij het SAA-project A9 Badhoevedorp – Holendrecht waar schoon zand in het project vrij komt. Dit zou perfect gebruikt kunnen worden voor de verzanding van een recreatiepas die vol met slib zit. Dat geeft betere waterkwaliteit en mensen kunnen er dan weer zwemmen. In het mer-proces hadden we dit in de variantenstudie kunnen gebruiken om milieueffecten te verbeteren. Het zit nu niet in de scope en dan is het een stuk lastiger te realiseren.’
Het omgevingsteam vond het bij de Gaasperdammerplas een morele plicht om in de sloopfase een extra stap te doen voor bewoners. Collega’s van andere teams vonden deze aanpak wel erg ingegeven vanuit gevoel. Lammert ziet dat als een compliment. ‘Het kan niet zo zijn dat je aan een miljardenproject werkt en dat je tegen bewoners die ten onder gaan zegt: u hoeft ons niet te bellen! En ja, vanuit dat oogpunt is het mooi als je de gloednieuwe tunnel eenmalig voor de buurt kunt gebruiken als openluchtbioscoop. Dat zijn de mooie dingen.”
Dit artikel, geschreven door journalist Geke Kiers, is eerder verschenen in MER-Nieuws 106 April 2024.
Reacties